|
"Ook in onze tijd
walsen de machtigen
massaal over de
zwakken heen" |
Psalm 129 is lied van gelovig protest tegen onderdrukkers. In de Psalm wordt gememoreerd aan het feit dat Israël - Gods volk! - van begin af aan altijd is aangevallen en onderdrukt. Dat er mensen zijn die Sion - Gods woonplaats! - haten. De aanval op Gods mensen is ten diepste een aanval op God zelf!
'Ze trokken hun ploeg over mijn rug' (vers 3). Het is landbouwtaal. Ploegen doe je niet zomaar. Je doet het om er beter van te worden, over de rug van een ander. Om hogere winst te behalen, om populariteit te winnen, om macht te vergaren... Ploegen over de rug van anderen is van alle tijden. Ook in onze tijd walsen de machtigen massaal over de zwakken heen. Denk bijvoorbeeld aan de vluchtelingenkampen op
Lesbos of de massale productie onder erbarmelijke omstandigheden in lageloonlanden.
Als het onrecht je treft, dan is het lijden en overleven. Maar, zegt Psalm 129, de onderdrukkers zullen niet gezegend worden in hun onrecht. Zij verdorren (vers 6), ze zijn vruchteloos (vers 7) en leven zonder zegen (vers 8).
Hoe is dit mogelijk? Niet vanwege een geslaagde opstand van de onderdrukten of een sterk 'leger der rechwaardigheid' dat de onderdrukkers neerslaat. Nee, het is de Heer die de banden van de onderdrukking breekt (vers 4)! De verlossing die de Heer geeft is uiteindelijk de enige hoop voor wie onderdrukt worden door het kwaad.
Pelgrims mogen de weg van gelovige zwakte gaan. Zij hoeven zichzelf niet te redden, maar vertrouwen erop dat God altijd de kant van de zwakken kiest. Zij vertrouwen op Jezus, over wiens geploegde rug de gelovigen worden gered. Wij volgen zijn weg van kwetsbaarheid en liefde.
Dowload deze kringpaper